Dit nieuwsbericht komt uit het 75 jarig jubileum magazine (2020)
Peter Koelewijn kwam in 1952 in het bedrijf van zijn vader Lammert werken, samen met zijn broer Piet. Vlak voor het overlijden van hun vader in 1987 namen ze het bedrijf over. Nog steeds is Peter elke dag te vinden bij Koelewijn Bronbemaling. Wanneer hij over ‘zijn tijd’ vertelt, beginnen zijn ogen te stralen. Van enthousiasme en van trots.
Twee broers aan het roer, hoe ging dat?
“We hadden de taken goed verdeeld. Ik zat meer op kantoor, richtte me op het financiële gedeelte en was vaak in de werkplaats te vinden. Als het druk was, dan trok ik ook mijn overall aan en ging mee naar een bronbemalingsklus. Piet werkte altijd buiten, voor 200%: als echt buitenmens deed hij de bronbemalingen en het boren zelf. Ook onze vrouwen, wijlen Mieke (van Piet) en mijn Hennie waren in het bedrijf actief. We waren een sterk team: twee directeuren, die er zeker niet vies van waren een overall te dragen.
In de loop der jaren kregen we steeds grotere klussen, bijvoorbeeld een groot project in Lekkerkerk, in 1980. Die klus duurde bijna een jaar. Op een dag kwam er een ingenieur van de regering naar ons toe en vroeg: ‘Meneer Koelewijn, hoe groot bent u?’ ‘Ik ben 1,86’ antwoordde ik, nietsvermoedend. Nee, dat bedoelde hij niet, ‘hoe groot onze club was’, dat wilde hij weten. Ik antwoordde dat we met vijf man waren, waarop hij steil achterover sloeg. Hij vroeg ons hoe we zo’n groot project in vredesnaam met maar vijf man konden bolwerken. ‘We hebben de nachten ook nog hè’, antwoordde ik in alle ernst. En zo was het ook: Piet en ik werkten dag en nacht. Sliepen hooguit een paar uur per nacht. Dat deden we met plezier hoor. De klus
moest af.”
Welke momenten vergeet u nooit meer?
“In 1961 hadden we een grote lasopdracht: een groot hekwerk maken voor Dierenpark Rhenen. Daarvoor heb ik dagen achter elkaar laswerk gedaan en kreeg ik een zinkwit- vergiftiging. Dokter Treffers kwam steeds bij ons thuis om mij te checken en zei tegen mijn moeder dat ik het niet zou overleven. Melk drinken, dat was de enige hoop. Mijn moeder had toen beter een koe kunnen kopen: liters dronk ik. Maar het hielp wel, zodat ik het nu kan navertellen.”
Wanneer stopte u met werken?
“Rond de eeuwwisseling konden we Koelewijn Bronbemaling verkopen. Mijn zoon Jouke werkte toen al bij ons, en kwam met een plan het bedrijf over te nemen van Piet en mij. Het is mooi dat het in onze familie is gebleven. Een paar jaar later verhuisde KB naar de Produktieweg in Haarbrug-Noord, een mooie plek. Ik was 72 jaar toen ik ermee ophield, het kon helaas niet meer. Maar ik kom zeker nog iedere dag langs. Effe ‘kieken’ (Spakenburgs dialect voor ‘kijken’).”
Meer verhalen lezen over de historie van Koelewijn Bronbemaling? Vraag hier het jubileum magazine aan!
Direct in contact
Heb je een vraag of wil je meer informatie? Neem contact met ons op, wij komen zo snel mogelijk bij je terug.